Museumboerderij De wendezoele, een bezoekje waard
In 2014 bestond museumboerderij De Wendezoele in Delden twintig jaar. Komen hier alleen stoffige boerencultuursnuivers hun hart ophalen? Welnee, ook schoolkinderen en toeristen zijn met geen stok van het bruisende boerenerf af te slaan. En dat al twintig jaar lang. Het boerenleven tussen 1900 tot 1960 blijkt namelijk verrassend eigentijds te zijn...
Medio oktober. De laatste bezoekers scharrelen rond op het erf van museum-boerderij De Wendezoele. Nog even en het museum sluit haar poorten voor de winter. Dit seizoen is voor de medwerkers geen tijd van rust maar van transfor-matie. Op het programma staan de verbouwing van het voorhuis, het inrichten van nieuwe exposities en herstelwerkzaamheden. Net als op een modern boerenbedrijf is het werk hier nooit af, Vanaf 26 april mag iedereen weer meekijken hoe de ruim zeventig (!) vrijwilligers bij toerbeurt de boerderij draaiende houden.
Nieuwerwetse oude spullen
Deze museum-boerderij is een levend stukje verleden dat vriendelijk de hand schudt met het heden en misschien zelfs de weg wijst naar de toekomst. Een vrolijk kwetterend klasje basisschoolleerlingen valt van de ene verbazing in de andere. In ontvangstruimte 't Spieker, nieuwgebouwd met oude materialen, afkomstig van een oorsponkelijk gebouw op landgoed Twickel, vergapen ze zich aan een Ot en Sien achtig schoolinterieur. 'Zo zag vroeger de Esschool eruit. De barones van Twickel heeft hem laten bouwen, omdat ze vond dat de kinderen van de boeren op Twickel moesten leren lezen, schrijven en rekenen, zonder al te ver te hoeven lopen of fietsen', vertelt Carla, voorzitter van de stichting die De Wendezoele beheert. 'Wat een ouwe troep', sist een jongetje tussen zijn tanden door. Carla komt onmiddellijk in actie. Ze neemt hem mee naar een bakkelieten telefoon op een tafel met een Perzisch kleed. 'Heb jij een mobieltje bij je? Leg het er maar eens naast. Zo, en nu mag je met deze ouwe troep iemand gaan bellen. Je moeder? Goed, ga je gang.' De jongen krabt op zijn hoofd. Bellen? Met dat rare, zware ding? Hoe moet dat? Carla coacht hem. 'Hoorn eraf, vinger in de gaatjes waar de cijfers staat en draaien maar.' De jongen grinnikt schaapachtig en pakt de hoorn op. Tot grote hilariteit van zijn klasgenoten lukt het hem pas na drie pogingen om zijn moeder te bellen. Mmm, een raar lomp ding, maar het werkt wel. Carla wijst op zijn mobieltje. 'Weet je, het moderne van nu kan niet zonder het oude van toen. Zonder die oude telefoon had jij nu geen modern mobieltje.'
Met die opmerking raakt ze de juiste snaar, want even later zijn alle kinderen fanatiek op zoek naar 'voorgangers van dingen van nu'. De wendezoele, waaraan het museum zijn naam dankt, scoort hoog op de lijst van ouderwets vernuft. Het is een ronde zuil met een dwarsbalk bovenaan. Aan het losse uiteinde ervan hangt een getand, ijzeren blad (ook wel hangijzer genoemd), waaraan de boeren een kookpot op verschillende hoogten boven het vuur konden hangen. Ze pakten het hangijzer zo hoog mogelijk beet en trokken zo de kookpot naar zich toe, weg boven het vuur. Natuurlijk mogen de kinderen de zoele ook even wende. Cool! Maar de meeste verbazing wekt nog de fiets van meer dan een eeuw oud. 'Hee, daar zit een mandje voorop. Dat soort fietsen hebben we nu ook!' 'Ja, en jullie maar denken dat jullie hip zijn, hè', grapt Carla. 'Kijk eens naar die weckflessen, daar. Wecken is ook weer helemaal in. Dit is dus niet ouderwets maar...?' 'Nieuwerwets', roepen de kinderen.
Spekkie en Karbo
Ook het erf zelf staat avonturieren toe. Echte, levende boerenbeesten lopen er en de meeste laten zich nog aanraken ook. Na de kennismaking met de
Twentse landganzen, kippen, koeien, schapen, pony's en de varkens Karbo een Spekkie, gaat het richting bakhuis, kruidentuin en iemenschoer. Zwijgend en een tikkeltje op hun hoede slaan de kinderen de duizenden zoemende bewoners van de bijenstal gade. Dat zijn nog eens bezige bijen. Af en aan vliegen ze, met bolletjes stuifmeel in de haartjes aan hun achterpootjes. 'Als die bijen er niet zouden zijn, zaten er nu geen appels aan de bomen in de boomgaard', doceert Carla, waarna ze het klasje meetroont naar de plaggenhut, die uitkijkt op de boerenakker waar in de zomer oude graansoorten en groenten staan. 'Woonden hier vroeger echt mensen?', informeert een jongetje, na een inspectie van de inrichting ervan. Op zijn gezicht is ongeloof te lezen. Zijn eigen boomhut is luxueuzer dan deze schamele hut. 'Ja, hier woonden vroeger de arme lui', geeft Carla armoede een gezicht. 'Samen met een geit, want geld voor een koe hadden ze niet.'
Gevoel voor boerencultuurhistorie
Museumboerderij De Wendezoele is de 'wedergeboorte' van Erve Brincate, een gemengd boeren-bedrijf uit 1895. De boerderij en de 3 hectare grond eromheen is eigendom van Twickel, een prachtig landgoed van 4000 hectare, onder-gebracht in een stichting. Op het landgoed bevinden zich zo'n honderd-vijftig boerderijen, herkenbaar aan de zwart-witte luiken en de crèmekleurige kozijnen. 'Brincate is een van de weinige boerderijen in deze omgeving die nog in zo'n goede staat is', vertelt Carla. 'Aanleiding om de boerderij tot boerderijmuseum te maken was een landbouwtentoonstelling bij Kasteel Twickel, eind jaren tachtig van de vorige eeuw. Mensen uit de
omgeving hadden hun oude landbouwwerk- tuigen ter beschikking gesteld om te laten zien. Na afloop was het: houd dat oude spul maar, want dat gebruiken we toch niet meer. Ab Jansen, een agrariër met bestuur- lijke talenten en gevoel voor cultuurhistorie, vond dat niet kunnen en heeft een heel traject in gang gezet. De uitdaging was niet gering. Waar die oude landbouwwerktuigen onder te brengen en wat ermee te doen? Ab Hofstee, de toenmalige bewoner van deze boerderij, heeft toen gezegd: jullie mogen het erf als museum gebruiken, als ik hier mag blijven wonen. Zo gezegd zo gedaan. De nieuwbakken stichting kreeg alle medewerking van Twickel en zo verrezen er door de jaren heen een wagenloods, een Saksische schuur, een spieker (graanopslaghuisje), een kookhuisje met ouderwetse bakoven en een iemenschoer (bijenstal).'
Pro-actief exposeren
Je kunt het boeren-leven van tussen 1900 en 1960 mooi tentoon-stellen, met voor-werpen, foto's en beschrijvingen erbij. Maar dat wordt al snel stoffig museaal. Je kunt het ook deels weer tot leven wekken. De Wende-zoele is een en al leven. Doen, zien, voelen, ruiken en iets beleven: daar draait het om. De vrijwilligers maken zelf jam, zitten zo af en toe achter het weefgetouw om originele theedoeken te weven, bewerken het land, vlechten samen met grote en kleine bezoekers manden en vogelhuisjes, maken met het zand dat vroeger op de vloer lag de mooiste patroontjes, spelen oud-Hollandse spellen en stoken eens per jaar de oven van het bakhuisje met takkenbossen, zodat plaatselijke bakker/sponsor Ter Avest broodjes kan komen bakken. Geen wonder dus, dat De Wendezoele iets losmaakt bij de mensen. 'Ja, de meeste bezoekers zijn verbaasd over wat
hier allemaal te zien en te beleven is', lacht Carla. 'Maar wij leren ook van onze bezoekers. Er was laatst iemand die ons van alles kon vertellen over goastokken. Je weet wel, van die houten wandelstokken met draaiingen erin. Hij wierp een blik op onze verzameling en zei: deze zijn niet origineel. Het zwarte gedeelte van de originele gaostok is paardenhaar en het witte is een doorgesneden pen van een ganzenveer. Door van anderen te horen hoe het werkelijk was, word je vanzelf een keer een expert.'
Twentse gastvrijheid
Een echtpaar werpt vanaf de weg een blik op De Wendezoele. Dat de wagen
schuur tevens kassa is, valt verkeerd. 'Hier ga ik dus echt niet voor betalen', snuift de man, met een gezicht als een oorwurm. Carla vangt zijn woorden op en sluist het echtpaar door de poort. 'Kom eerst maar eens binnen en kijk rond. Daar staat de vrije giften pot. Blijkt het allemaal toch de moeite waard te zijn, dan stopt u daar wat in.'
Het echtpaar staat met de mond vol tanden. Die Twentse gastvrijheid bestaat dus echt. Twee uur later stiefelen man en vrouw nog steeds op het erf rond, om na afloop van hun bezoek tien euro in de pot te stoppen. 'Dat kan toch niet voor dat geld?', mompelt de man, bij het verlaten van het erf. Carla glimlacht.
De Wendezoele zoekt:
1. Iemand die dieren zoals ekster, kievit, ree, das en andere dieren op en rondom het boerenerf kan opzetten of wil doneren. Tegenprestatie: naamsvermelding en/of visitekaartjes bij de expositie.
2. Iemand die een ruimte van 3 x 3 heeft of kan maken voor de verzameling opgestopte dieren.
3. Oude paspoppen, liefst met een neutrale gelaatsuitdrukking... of zonder kop; de poppen zijn bestemd voor het exposeren van kleding.
Meer informatie: www.wendezoele.nl
Twickelerlaan 14, 7495 VG Ambt Delden
info@wendezoele.nl