column vogels in de winter - Margriet Markerink creatieve concepten

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

column vogels in de winter

journalistiek > ARTIKELEN
Winters erfgedierte
De eerste sneeuw is gevallen en Roy slaat vogelvoer in. Zaad, groene vetbollen en gepelde pinda's in nylon netjes, zakken appels en paar pindaslingers: het hele arsenaal. Wij voeren onze gevederde mede-erfbewoners uit vogellievendheid en omdat de aanblik van al die bikkende bekkies het keukens kookgenot aanzienlijk verhoogt. Zoiets zouden ze als pauzefilmpje moeten uitzenden, denk ik, terwijl ik het bachanaal vertederd gadesla en daarbij prompt in mijn vinger snijd. 

Naast de gebruikelijke merels en mussen komen hier ook kool- en pimpelmezen, vliegenvangers, rode en groene spechten, vinken, roodborstjes en kramsvogels mee-eten. Die brutale wintergasten jagen alle merels weg, dus leg ik appels op strategische plaatsen neer. Zo, probleem opgelost. Dan constateer ik dat onze gevederde vrienden de plastic zaadcontainer mijden. Zouden ze niet in de smiezen hebben dat je die lekkernijen eruit kunt peuteren? Hè, nu is er ook nog vocht bij gekomen. Achteloos schud ik de container met groene sliertjes leeg op de grond en stort vers zaad in een keramische hangpot, die ik aan een metalen wijnrek bevestig. 

Bingo! Een boomklever zuist langs de grote coniveer omlaag, duikt de pot in en zuist weer omhoog. De zaadjesdrab op de grond is al snel gevonden door een muizenechtpaar. Ik vertel het mijn moeder, die elke zaterdag geheel vrijwillig komt stofzuigen en gezellig bijteuten. Zij heeft de klassieke huisvrouwen-gewoonte om bij het horen van het woord 'muis' bij voorbaat al met haar rokken omhoog op het aanrecht te gaan staan gillen. 

Met dubbel glas tussen haar en de muizen durft ze wel te kijken. Straks is het uit met de pret, roep ik. Die pot hangt veel te hoog. Tussen de schoonmaakwerkzaamheden door kijken we naar de foeragerende vogeltjes. 'Kom 'ns', krijt mijn moeder. Een muis staat op zijn achterpootjes, klemt zich met zijn voorpootjes aan het wijnrek vast en trekt zich op. Eenmaal in de eerste, cirkelvormige opening gaat hij weer op zijn achterpootjes staan. Bij het optrekken verliest hij echter zijn evenwicht en tuimelt naar beneden. Zie je wel, zeg ik. 'Hoezo, zie je wel?' piept mijn moeder even later en wijst met een priemend vingertje naar buiten. 

Ik ben net op tijd om de muis vanaf cirkel drie van het wijnrek in de pot te zien springen. Met volgepropte wangetjes komt hij eruit en laat zich op de grond vallen. Oef! Wat heb ik die kraaloogjes onderschat. Maar ja, misschien krijgen we hierdoor ook nog eens uilen op bezoek!     
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu